Skip to main content

Fuchsthaller, F.X.J.

Geschreven door: Henk Sepers

Franz als toneelspeler 19100602

Franz Xaver Josef (Franz) Fuchsthaller (* 7 februari 1891 - † 24 juli 1971) is geboren in Wenen (Oostenrijk) waar hij de Volksschule, die Realschule en het Pägagogium heeft doorlopen. Tijdens Wereld Oorlog I (1914-1918) is Fuchsthaller gewond geraakt. Hij was inmiddels gescheiden van Emilia Johanna Hladik en vertrok in 1919 naar Holland om kinderen uit Wenen die hier naar toe waren gekomen om aan te sterken na WO I op te vangen. Het jaar daarop trouwde Fuchsthaller met Louise Hoogkamer (* 7 september 1883), dochter van generaal Hoogkamer en vestigde het echtpaar zich in Zwitserland. Samen krijgen ze één dochter: Wies. In 1935 wordt mevrouw Fuchsthaller ziek. Zij besluiten terug naar Nederland te keren. Van 7 oktober 1935 tot 8 juli 1938 woont Fuchsthaller in Heerde waar zijn vrouw Louise op 11 juni 1937 overleed. Haar laatste rustplaats is een begraafplaats  aan de Soerenseweg 71 in Apeldoorn.

Franz Fuchsthaller vertrekt naar Deventer (Brinkgeverweg 21) en verloofd zich op 12 april 1938 met de weduwe van dokter Muijs uit Diepenveen. Mevrouw Dies Muijs, geboren Van Ommen, (* 15 augustus 1901 - † 30 juni 1987) had twee kinderen: zoon Bob en dochter Kitty (* 25 augustus 1927).

Trouwfoto Kerk 19381025

Het huwelijk had nogal wat voeten in aarde. Aangezien Fuchsthaller Oostenrijker was en dat land toen al door de Duitsers bezet was moest er een verklaring komen dat beider families 'rein arisch' zijn. Een periode van onzekerheid brak aan: zonder verklaring geen huwelijk. Uiteindelijk kwam op 22 september 1938 de verlossende verklaring voorzien van de benodigde zegel. De weg voor een huwelijk was vrij. Het aanstaande echtpaar liet er geen gras over groeien en ging de dag daarna in ondertrouw. Op 25 oktober volgde de kerkelijke bevestiging van hun burgerlijk huwelijk (17 oktober 1938) in de N.H. kerk te Diepenveen door dominee Ter Haar. Het echtpaar Fuchsthaller-Van Ommen en hun drie kinderen vestigden zich in Okkenbroek. Via een onderhandse verkoop van Huize Okkenbroek, van de toenmalige bewoner de heer De Wetstein Pfister, werd Fuchsthaller eigenaar van de “Villa”. Daarmee was de publieke verkoop van de “Villa” met 14 slaapkamers die op dinsdag 27 september 1938 in het koffiehuis van Boode te Bathmen zou plaatsvinden van de baan. In de prospectus die gemaakt is voor de verkoop staat onder andere: “Het is één van de mooiste landhuizen uit Nederland, prettig om te wonen in rustige, natuurschone omgeving. Het heeft de gemakken, die men stelt aan een huis in de stad, doch er is de rust van het platteland. Wie van bossen en heide houdt, van wandelingen en fietstochten, van gesprekken met eenvoudige landbouwersbevolking, voor hem is het een ideaal oord.”

Of dit Fuchsthaller over de streep heeft getrokken een huis te kopen waarvan de afstand tot Deventer ongeveer 2 uur of per auto 15 minuten gaans was en waar de grintweg van Deventer naar Okkenbroek doorloopt naar Holten is onduidelijk. Feit is dat hij 'Huize Okkenbroek' kocht en het in gebruik nam als pension voor rustbehoevenden en herstellenden. Vrijwel direct na zijn komst naar Okkenbroek zette Fuchsthaller zich in voor Okkenbroeks Belang. Samen met Niemeijer en Gerritsen vormde hij een driemanschap dat zich jarenlang hard maakte voor alles wat voor Okkenbroek en haar inwoners van belang was.

Toen de oorlog uitbrak ging hij als Oostenrijker een moeilijke tijd tegemoet. Hij kreeg niet minder dan 21 oproepen van het Duitse leger. Legde die naast zich neer, wijdde zich aan het verzetswerk en bleef de Okkenbroekse gemeenschap met grote toewijding trouw. Dokter A.H. (Guus) Westra uit Bathmen hielp Fuchsthaller om uit, zoals zijn vrouw het noemde 'de handen van de moffen te blijven' en schreef een attest: "Er muss strenge Bettruhe halten und darf absolut nicht reisen". Het gezin moest desondanks enige tijd onderduiken. Toen de geallieerden bij Arnhem werden teruggeslagen was het voor de familie Fuchsthaller tijd onder te duiken. Bij de familie Van Santen (Het Reusken) werd op 4 september 1944 (Dolle dinsdag) een onderduikadres gevonden. De bedoeling was dat dit voor enkele dagen zou zijn. Uiteindelijk werden het zeven maanden. Een spannende tijd waarin de beide families steun aan elkaar hadden. De heer Jacob van Hoogstraten, betalend logé van Fuchsthaller, bleef op de villa wonen en hield alles op orde. Zoon Bob werd opgeroepen voor de arbeidseinzats en dook onder bij Slijkhuis. Op een gegeven moment werd hij toch opgepakt. Dankzij zus Kitty is hij vrijgekomen. Kitty bracht hem in de gevangenis een zalfje dat Bob opsmeerde. De uitslag die dat veroorzaakte was voor de Duitersers een enorme schrikt waarop ze Bob vrij lieten. 

Als de familie Fuchsthaller al op het Reusken (Van Santen) is ondergedoken komen er bij Van Santen twee agenten - die de schuilnamen Flip en Sjors kregen - om onder te duiken. Nog diezelfde avond kwam iemand van de ondergrondse om de uniformen op te halen. Flip en Sjors kwamen uit Deventer. Flip, de schuilnaam van Wil Reinders, kwam oorspronkelijk uit Den Haag. Hij was daar tamboermaitre bij de politie. Het tweetal is vijf weken bij Van Santen ondergedoken geweest. Flip was wat opstandig en wilde zich weer gaan melden. Dat was onmogelijk. De heer Fuchsthaller heeft Flip, voor zijn eigen bestwil, met tabletten slapende en rustig gekregen.

In 1947 sloeg het noodlot op Huize Okkenbroek toe. Er brak op 25 juni brand uit op de "Villa". Één van de gasten drukte een sigaret uit tegen een metalen hor en er viel vuur op het kurkdroge rieten dak. Al vlug was het één grote vuurzee. Het huis was onbewoonbaar waardoor het gezin uitweek naar de pastorie en daarna in Huize Jeanette aan de Okkenbroekerveldweg een tijdelijk onderkomen vond. Twee jaar duurde de herbouw voor het gezin eindelijk weer huiswaarts kon keren.

Datzelfde jaar (1949) klopte Fuchsthaller bij de Schade Enquête Commissie Almelo aan de deur. Niet voor zichzelf. Hij maakte zich sterk voor verbetering van de erbarmelijke leefomstandigheden van de weduwe D.J. Klein Lebbink (1892) woonachtig Espelo 47 te Holten. Uitvoerig schetst Fuchsthaller de mensonterende toestanden waarin acht mensen leven en slapen in twee kamertjes sinds het huis op 9 april 1945 door oorlogsgeweld werd vernietigd waarna ze in de winter van 1945 een noodwoning betrokken. Ook de familie A. Bronsvoort uit Okkenbroek wordt in dezelfde brief onder de aandacht van de commissie gebracht. Na enig heen-en-weer geschrijf volgt op 7 juli 1949 de toezegging van de Rijksdienst Landbouwherstel dat de weduwe Klein Lebbink in 1950 mag herbouwen.  

19650421 Uitreiking erepenning van Diepenveen

In 1965 valt de inmiddels afgetreden secretaris van Okkenbroeks Belang de eer te beurt, als voorvechter van Okkenbroekse belangen, de gemeentelijke eremedaille in zilver van de gemeente Diepenveen te ontvangen. Burgemeester Crommelin van Diepenveen reikt de onderscheiding in Huizen (Noord-Holland) waar het echtpaar Fuchsthaller een paar maanden daarvoor is gaan wonen om dichterbij hun kinderen te zijn uit. Namens Okkenbroeks Belang krijgt Fuchsthaller een fotoalbum met foto’s uit de periode dat hij zich in heeft gezet voor talrijke voorzieningen in Okkenbroek.

Het gezin Fuchsthaller heeft 26 jaar in Okkenbroek gewoond. Huize Okkenbroek werd in 1964 verkocht aan de heer H. Millaard. Het schrijven van het Okkenbroeks Volkslied is slechts een kleine greep uit een veelheid aan activiteiten die Fuchsthaller, als vijfde bewoner van de Villa, voor Okkenbroek heeft gedaan. Niet onvermeld mag blijven de strijd die gevoerd werd om elektriciteit in Okkenbroek te krijgen of de verharding van de wegen. In de rubriek voorzieningen valt hierover meer te lezen.

Begrafenis Fuchsthaller 19710728

Fuchsthaller, inmiddels overgrootvader, die net als zijn vrouw in Huizen is overleden ligt samen met haar begraven op het kerkhof in Okkenbroek. De bloemen bij de begrafenis van Fuchsthaller op 28 juli 1971 hadden in hoofdzaak de kleuren rood en wit. De kleuren van Oostenrijk. De rouwstoet vanaf Ons Centrum waarbij vroegere buren als dragers fungeerden, week even van de weg af om langs de voorkant van de “Villa” te trekken als een laatste groet aan het huis waar hij met de zijnen zolang gewoond heeft.

BRON | Archief van de familie Fuchsthaller, Plaatselijk Belang Okkenbroek en omgeving, Diny Molendijk - Van Santen, Johan Struik uit het manuscript van zijn nooit gepubliceerde tweede boek, www.online-begraafplaatsen.nl

Aanvullingen en correcties zijn van harte welkom. Stuur een bericht naar Henk Sepers of bel 0570-550480.