Skip to main content

Oosterhof 1923

Geschreven door: Henk Sepers

Dit verhaal over de geschiedenis van boerderij de Oosterhof en haar bewoners is tot stand gekomen dankzij de medewerking, kennis en foto's van Ab Brilman.  

Oosterhof

Adres: Okkenbroek 84 (Oerdijk 127), Okkenbroek
Bouwjaar/eerste vermeldingsjaar: 1923

De Oosterhof wordt, net als de Westerhof, in opdracht van Exploitatiemaatschappij DAVO te Deventer als ontginningsboerderij gebouwd. Het ontwerp van beide boerderijen is van de Deventer architect M. van Harte. De eerste bewoners zijn Albert Brilman (12 januari 1888 – 4 januari 1968) en Johanna Hermina (Hanna) Lensink (3 juni 1894 – 15 december 1966). Zij zijn 19 februari 1916 in Diepenveen getrouwd. Albert en Hanna krijgen op 21 november 1916 een tweeling: Hendrika Wilhelmina en Egbert Jan. De kinderen worden slechts een paar weken jong. Dochter Hendrika sterft op 9 december en zoon Egbert Jan op Tweede Kerstdag (26 december 1916). Op 11 mei 1920 krijgen Albert en Hanna nog een zoon: Egbert Jan. Komend vanuit een pachtboerderij in Dortherhoek, gemeente Gorssel, neemt het echtpaar Brilman op 5 augustus 1924 hun intrek in Oosterhof, Okkenbroek 84. Het is een tijd dat straatnamen nog niet worden gebruikt. Het land was bos geweest, de bomen waren gekapt en Albert mag de stobben rooien. Op latere leeftijd kwakkelde Hanna met haar gezondheid en is vaak in het ziekenhuis opgenomen geweest. Egbert Jan trouwt met Rika Gerritje Wibbelink. Zij krijgen één kind: Albert (Ab) Brilman, geboren 18 december 1950. 

Bij zowel Westerhof als Oosterhof was weinig landbouwgrond bij huis. Daarom had Brilman er nog wat bunders bij gepacht aan de Butersdijk (de Mars), en aan de Oerdijk (Heuvinksweide). Heuvinksweide was genoemd naar de jachtopziener Jan Heuvink, die daarnaast in het boerderijtje in het bos woonde. Ook Oostenenk van de Westerhof pachtte er grond bij aan de Butersdijk. De Butersdijk is nog steeds een zandweg.

In totaal had Brilman 12 hectare land en omdat de regel toen was één koe per bunder hielden zij ook 12 melkkoeien. Tegenwoordig heeft een beetje boer toch wel 80 melkkoeien om te kunnen bestaan. Maar het gezin Brilman kon van de 12 koeien goed  rond komen. Supermarkten waren er niet, maar er kwamen wel drie bakkers brood bezorgen: Smale en Visser uit Okkenbroek en Dick Nieuwenhuis (Zwienenberg) van de Oude Molen. Je gunde ze allemaal wat. Er kwam ook allerlei volk aan de deur. Zo was er een al wat oudere man met een lange grijze jas en pet, die zieke kippen opkocht. Hij heette Wintermans. De kippen gingen mee op de fiets richting Deventer.

In 1959 werd Okkenbroek aangesloten op het elektriciteitsnet. De Oosterhof kreeg eerder elektriciteit dan de Westerhof. Er was nog niet voldoende vermogen beschikbaar om Westerhof ook aan te sluiten, zeiden de mensen van de IJsselcentrale en het kon nog wel jaren duren voordat ze aan de beurt waren. Dat viel gelukkig nog wel mee, want één jaar later was het al zo ver. Voor die tijd had Oosterhof gaslicht in het kookhuis in de schuur, de doorloop (verbinding huis en schuur), woonkeuken en beste kamer. Voor de stal was er "de löchte" een stallantaarn op petroleum. Ook in de slaapkamers was een nachtlampje op petroleum.

Nog later (1962) kreeg Oosterhof waterleiding ("water van de weg"). Oosterhof had vroeger een pomp op de deel en eentje buiten, tussen huis en schuur. Oorspronkelijk in de open lucht want huis en schuur waren vroeger niet verbonden. Het water op Oosterhof was vanwege de ijzeroer in grond erg ijzerhoudend, het smaakte naar roest. Als je wat water in een kopje liet staan, dan werd het binnen de kortste keren helemaal bruin. Het water was niet erg geschikt om kleding in te wassen, daarom werd in de 50er jaren een regenput gegraven. Het regenwater van het dak ging via een grindbak, om ongerechtigheid tegen te houden, de put in. Buurman Oostenenk van de Westerhof had wel goed water, bij hem zat op de plek van de pompbuis geen oer in de grond. Met de komst van de waterleiding was de put overbodig geworden.

Jan Brilman overlijdt in 1962 waarna de moeder van Ab hertrouwt met weduwnaar Maarten Gerrit Nikkels. Omdat Ab geen aspiraties heeft boer te worden, wordt de boerderij gesaneerd. Midden jaren zeventig van de vorige eeuw verhuizen zij naar Loo Bathmen. Samen met de ouders van Rika (moeder en stiefvader) en een ongetrouwde oom gaan zij naast de boerderij "de Colewee" in een nieuwe bungalow wonen. De heer en mevrouw Buurman worden de nieuwe bewoners van Oosterhof. Anno 2013 woont René Schoeber op Oosterhof. 

De Oosterhof heeft kenmerkende luiken in de kleur rood-witrandje-groen. Naast de roodgroene luiken kregen de boerderijen ook vaak een serie eiken op het erf. Het bestuur van de stichting die eigenaar was van de gronden en boerderijen had de gewoonte om op elk erf net zo veel eiken te planten als er bestuursleden waren. Op kaarten van begin 1600 is te zien dat het gebied tussen Espelo (gemeente Holten) en Lettele een moerassig restgebied was. Men had vanaf hier een heldere blik op de Deventer kerken. De meeste bossen en bomenlanen zijn dus hoogstens 150 jaar oud.

Oostermaet

In het stadsarchief van Deventer wordt vermeld dat al in 1558 het deel van de Gooiermarke dat Oostermaet werd genoemd, aan het Heilige-Geest-Gasthuis in gebruik werd gegeven. Rond 1600 wordt voor het eerst melding gemaakt van een boerderij op Het Oostermaet. In die tijd werd er ook begonnen met het vruchtbaar maken van kleine percelen grond. Naarmate er meer grond in cultuur werd gebracht werden er meer boerderijen gebouwd. Omstreeks 1900 kocht Mr. Abraham Capadose het Oostermaet met de bedoeling er een groot jachtterrein van te maken. Van de omringende boeren werden nog enkele stukken grond bijgekocht, waardoor het landgoed zijn huidige vorm en omvang kreeg. Ook liet de heer Capadose twee jachthuizen bouwen. In 1922 bood Capadose het landgoed per advertentie te koop aan. De heer Birnie, directeur van exploitatiemaatschappij Davo (van de gelijknamige bierbrouwerij), werd de nieuwe eigenaar.

In het midden van de jaren zestig werd het landgoed opnieuw te koop aangeboden. In 1965 werd Het Oostermaet door de gemeente Deventer en de Stichtingen De Verenigde Gestichten en Het Burgerweeshuis en Kinderhuis voor gezamenlijke rekening aangekocht. Later werd de Stichting De Verenigde Gestichten (vanaf 1986 Stichting IJssellandschap) de enige eigenaar. De boerderijen op het Oostermaet kregen mooie namen die tot op heden bewaard zijn gebleven: Het Oostermaat, de Grote Brander, de Kleine Brander, Keurhorst, Westerhof en Oosterhof.

Meer lezen van en over Ab Brilman?

Kroontjespen

Bolito

Geraadpleegde literatuur:

  • Achter leilinden en kastanjebomen
  • Stichting IJssellandschap
  • Archief familie Brilman