Skip to main content

Jachthuizen 1905

Geschreven door: Henk Sepers

In 1905 liet Abraham Capadose in het Oostermaat twee jachthuizen bouwen. Deze gemeentelijke monumenten zijn volledig opgetrokken uit hout en tegenwoordig in eigendom van het IJssellandschap.

Jachthuizen

In het stadsarchief van Deventer wordt vermeld dat al in 1558 het deel van de Gooiermarke dat Oostermaet werd genoemd, aan het Heilige-Geest-Gasthuis in gebruik werd gegeven. Rond 1600 wordt voor het eerst melding gemaakt van een boerderij op Het Oostermaet. In die tijd werd er ook begonnen met het vruchtbaar maken van kleine percelen grond. Naarmate er meer grond in cultuur werd gebracht werden er meer boerderijen gebouwd. Een persoon die een belangrijk stempel op het huidige landgoed heeft gezet is de in Den Haag geboren Abraham Capadose (* 15 juli 1858 - † 20 mei 1929). Deze oud-president commissaris van de Koninklijke Olie kocht omstreeks 1900 een groot deel van het gebied ter uitoefening van de (konijnen)jacht. Van de omringende boeren werden nog enkele stukken grond bijgekocht, waardoor het landgoed zijn huidige vorm en omvang kreeg. Capadose woonde in Den Haag en was niet geïnteresseerd in het landgoed als woonplaats. Hij heeft dan ook geen landhuis of een landschappelijke aanleg in het gebied gerealiseerd. Zijn doel was de jacht. Hij liet een tweetal jachthuizen plaatsen. In het bevolkingsregister van de gemeente Diepenveen staat een jachthuis voor het eerst in de boeken onder adres Okkenbroek 15b (Deterding). Ook liet Capadose veel rododendronstruiken planten. De struiken zorgden voor luwte in het bos waardoor het voor de jagers een goede plek was voor de jacht. Bovendien waren de struiken een ideale schuilgelegenheid voor het wild.

Op landgoed Het Oostermaet werden grote jachtpartijen gehouden. Niet alleen de heer Capadose was een liefhebber van de jacht. Zijn vrouw ( Theodora Adrian Veeren) was eveneens een hartstochtelijk jageres. Krantenartikelen uit die periode maken met enige regelmaat melding van een succesvolle jacht waarbij Capadose een reebok had geschoten. In het bos werden bomen gekapt om de jagers betere schietkansen te geven. Op het landgoed werden Poolse hazen uitgezet ter verbetering van het aanwezige soort. Het was, zo schrijft Johan Struik in Uut den Umtrek, niets bijzonders als per dag, behalve het andere wild, een paar honderd konijnen schoten. In het laatst werd het helemaal een konijnenplaag waar ze boeren in de omgeving (Borgelink, Kloosterboer en Assink) veel last van hadden. Vaak gebeurde het als ze bij het Oostermaat, dat ook eigendom was van Capadose, eerst de konijnen uit de stal moesten jagen voor ze er de koeien in konden drijven. Wellicht is dit in de overleveringen enigszins overdreven maar een kern van waarheid is vermoedelijk aanwezig. Ook werden patrijzen gefokt voor de jacht, die later werden losgelaten. Voor hoofdjachtopziener Teunis ten Velde werd iets verderop in 1916 een boerderij (Zomerdijk) gebouwd waar hij woonde tot 1922. 

Behalve de jachtpartijen die de krant haalden was er in 1920 een inbraak in de jachthuizen die in de krant kwam. Twee gevaarlijke sujetten van 20 en 25 jaar oud verbleven ongevraagd in de jachthuizen, roofden ze leeg en verontreinigde de jachthuizen. Twee jaar later, juni 1922, viel het Oostermaat ten prooi aan de vlammen. Konijnen kwamen zwartgeblakerd uit hun legers en moesten worden afgemaakt. Datzelfde jaar bood Capadose het landgoed per advertentie te koop aan. De heer Birnie, directeur van exploitatiemaatschappij DAVO te Deventer werd de nieuwe eigenaar. In het midden van de jaren zestig werd het landgoed opnieuw te koop aangeboden. In 1965 werd Het Oostermaet door de gemeente Deventer en de Stichtingen De Verenigde Gestichten en Het Burgerweeshuis en Kinderhuis voor gezamenlijke rekening aangekocht. Later werd de Stichting De Verenigde Gestichten (vanaf 1986 Stichting IJssellandschap) de enige eigenaar. De boerderijen op het Oostermaet kregen mooie namen die tot op heden bewaard zijn gebleven: Het Oostermaat, de Grote Brander, de Kleine Brander, Keurhorst, Westerhof en Oosterhof.

Het jachthuis (nr. 12a) is na 1987 in stijl uitgebreid door architect A. Williams, het oorspronkelijke jachthuis is daarbij gerespecteerd en als apart bouwvolume herkenbaar, wel was al eerder aan het jachthuis een forse schoorsteen toegevoegd. De jachtopzienerswoning (nr. 12) heeft een kleine uitbreiding aan de achterkant, maar is verder vrijwel volledig authentiek en wordt als recreatiewoning gebruikt. De gemeentelijke status betreft de oorspronkelijke bouwvolumes, zonder de latere uitbreidingen. Beide huizen zijn opgetrokken in hout op een gemetselde fundering vanuit een rechthoekige plattegrond en hebben een flauw hellend, overstekend zadeldak met windveren en mastgoten.Nr. 12 heeft nog de originele geglazuurde, rode kruispannen. Op nr. 12a zijn deze helaas vervangen door metalen golfplaten in de vorm van pannen.  De gevels hebben een horizontale beschieting van rabatdelen, de geveltoppen een verticale beschieting van kraalschroten met een versiering langs de onderrand. Rond de gevelopeningen is op het gevelvlak een aftimmering aangebracht waarvan de vertikale delen aan de bovenkant halfrond zijn bevestigd.

Oorspronkelijk bestond het jachthuis (12a) slechts uit één grote ruimte en links daarvan twee kleine slaapkamers met elk twee stapelbedden, zodat er acht mensen konden overnachten. Voor het jachthuis was en is over de volle breedte een veranda met vier mooie gedraaide houten kolommen met schoren die de verticaal beschoten geveltop dragen. De bovenrand van de houten balustrade loopt links en rechts op. Aan de uiteinden van de veranda zijn in de balustrade bankjes opgenomen. Het halfronde gemetselde terras dat op de veranda aansluit, is later toegevoegd. Vergelijking van de huidige voorgevel met foto's uit het begin van deze eeuw leren dat de voorgevel gewijzigd is. Oorspronkelijk was de opening in de balustrade in het midden met daarachter een enkele deur met halve luiken ter bescherming van de ruitjes in de bovenhelft van de deur en aan weerszijden daarvan een 6-ruits raampje met luik. Het witte of in een lichte kleur geschilderde paneel van de luiken had toen een sjabloonversiering langs onder- en bovenrand. De luiken van de boerderij Het Oostermaat hadden in die tijd een zelfde versiering. Nu is de opening in de balustrade aan de rechterkant, daarachter is een dubbele deur aangebracht, met raampjes met roedenverdeling in de bovenhelft en halve dubbele luiken om die af te kunnen sluiten. Links is nog het oorspronkelijke 6-ruits raampje met luik. De huidige luiken hebben een donkergroene rand, het paneel is diagonaal verdeeld en heeft twee rood-bruine en twee witte vlakken.  De linker zijgevel heeft ten behoeve van de beide slaapkamers twee ramen met dubbele draairamen en luiken en een roedenverdeling (2x 6-ruits). De rechter gevel heeft links en rechts van de later aangebrachte schoorsteenpartij een raam elk met dubbele draairamen, 6-ruits roedenverdeling en luiken maar deze ramen zijn veel groter dan die van de slaapkamers. Op de achtergevel sluit de latere uitbreiding aan verder is deze gevel gesloten. Het interieur is nog vrijwel origineel, afgezien van de later toegevoegde schouw en is volledig uitgevoerd in ongeschilderd grenen dat in de loop der tijd donkerbruin verkleurd is.

De jachtopzienerswoning (12) heeft eenzelfde architectuur als het jachthuis. De veranda is opgenomen in het bouwvolume, beslaat maar de helft van de voorgevel en heeft een sobere hoekkolom met schoren. Ook vanuit de gevelhoeken dragen schoren de boven de veranda gelegen geveltop met verticaal beschot. Op de veranda komt een deur uit met een raam met roedenverdeling in de bovenhelft. Links in de voorgevel, naast de veranda een driedelig raam met bovenlichten en luiken. De rechter zijgevel heeft twee dubbel ramen met bovenlichten en luiken. De luiken van de ramen in voor- en rechter zijgevel hebben de volle hoogte van het raam met een paneelgedeelte voor de onderramen en een jaloeziegedeelte voor de bovenramen. De luiken zijn in dezelfde kleuren geschilderd als die van nr. 12a, het jaloeziegedeelte is volledig donkergroen. De bovenlichten hadden oorspronkelijke een 6-ruits verdeling met vermoedelijk gelig bruut glas dit is echter verdwenen. In de linker zijgevel links een deur met 6-ruits bovenlicht, daarnaast een tweedelig raam met bovenlichten en luiken zoals hiervoor beschreven en rechts in deze gevel een lager driedelig raam met 6-ruits ramen en paneelluiken. De latere aanbouw aan de achterzijde is iets lager en heeft een eigen zadeldakje. Qua architectuur is het volledig aangepast aan het bestaande huis. Het interieur en de indeling van het huis zijn grotendeels authentiek. Het interieur is uitgevoerd in ongeschilderd, donkerbruin verkleurd grenenhout. In woonkamer en keuken zijn nog de originele kasten aanwezig, verder is de keuken modern ingericht.

De jachthuizen (Oostermaatdijk 12(a) te Okkenbroek) staan er nog steeds en zijn sinds 2014 te huur. Naast modern genieten is de sfeer van 100 jaar geleden bewaard gebleven. Als de rododendrons in de maanden mei en juni bloeien is dat, met dank aan Capadose, een bezienswaardigheid.

Aanvullingen of reageren? Stuur een bericht naar Henk Sepers.

BRON | www.enprogresse.nl, IJssellandschap, sab-Deventer, Achter leilinden en kastanjebomen, Uut den Umtrek, Delpher.nl, fotoalbum familie Fuchsthaller, Rob te Wierik.